E-sigaret: geneesmiddel of tabaksproduct? | Fieldfisher
Skip to main content
Publication

E-sigaret: geneesmiddel of tabaksproduct?

15/01/2014

Locations

Belgium

Een nieuw jaar, en dus worden er dure eden gezworen, zoals minder roken, of er maar helemaal mee stoppen. En dat doen steeds meer Belgen met behulp van een e-sigaret.
Article first appeared in De Juristenkrant 15 Januari 2014
 
Een nieuw jaar, en dus worden er dure eden gezworen, zoals minder roken, of er maar helemaal mee stoppen. En dat doen steeds meer Belgen met behulp van een e-sigaret. De fabrikanten claimen dat de e-sigaret minder schadelijk is dan een gewone sigaret, en kan helpen bij het stoppen met roken. Maar welke regels zijn van toepassing op de e-sigaret? Daarover bestaat nog wat onduidelijkheid. De nieuwe tabaksrichtlijn zou daar verandering in moeten brengen, al is advocate Katia Merten-Lenz daar niet zo zeker van.
E-sigaretten zijn onder verschillende vormen op de markt. Sommige zien eruit als een echte sigaret, andere eerder als een bic. Ze bestaan uit een batterij, een vulling en een verdamper. Aangezien er enkel nicotine in zit, en geen tabak, komen bij het roken geen teer en koolstofmonoxide vrij. Er bestaan ook e-sigaretten waarvan de vulling geen nicotine bevat. Fabrikanten prijzen de e-sigaret aan als een manier om minder (schadelijk) te roken, of om te stoppen. Tegenstanders menen dan weer dat het - vooral voor jongeren - een gevaarlijke opstap is naar het echte werk, zeker als er smaakjes aan toegevoegd worden. Katia Merten-Lenz, advocaat bij Fieldfisher, is gespecialiseerd in voedsel- en gezondheidsrecht op Europees niveau. De e-sigaret blijkt vooral in haar thuisland Frankrijk een hype. ‘Overal zijn er in 2013 in het straatbeeld winkels verschenen die zich gespecialiseerd hebben in de verkoop van e-sigaretten. Die winkels zien er heel vrolijk uit, en kunnen zo zeer aantrekkelijk zijn voor minderjarigen.’ En dat kan een probleem zijn, want een e-sigaret is wettelijk gezien geen sigaret in Frankrijk, maar een gewoon consumptiegoed, zelfs als er nicotine in zit. Ze mag op restaurant gerookt worden, en mag aan minderjarigen worden verkocht. De accijnzen die op tabaksproducten verschuldigd zijn, gelden niet voor de e sigaret, en er mag vrij reclame voor worden gemaakt.
De belangen zijn gigantisch, voor Frankrijk wordt de markt op 200 miljoen euro geschat. Merten-Lenz: ‘Dat bedrag heeft de aandacht van de tabaksindustrie gewekt, die eigenlijk de e-sigaretboot heeft gemist. De Europese Commissie was al lang aan het werken aan een aanpassing van de tabaksrichtlijn, en tijdens die besprekingen hebben de tabaksfabrikanten zwaar gelobbyd om ook de e-sigaret als tabaksproduct in de vernieuwde richtlijn te laten opnemen. De geneesmiddelenindustrie, en dan vooral de apothekers, wou dan weer dat de e-sigaret als geneesmiddel werd omschreven - net als de nicotinepatch - zodat die alleen in apotheken verkocht mag worden.’

Het lobbywerk heeft wel wat opgeleverd, al werd er geen duidelijke keuze gemaakt. De vernieuwde richtlijn die in het Europees parlement ter goedkeuring voorligt, en die normaal gezien eind deze maand van kracht wordt, hinkt op twee gedachten: de e-sigaret moet door de lidstaten ofwel als geneesmiddel worden bestempeld, ofwel als tabaksproduct, behalve als er minder dan 20 mg nicotine per gram inzit. In dat laatste geval mag ze vrij verkocht worden. Er mogen geen aroma’s aan de e-sigaret worden toegevoegd (ook voor gewone sigaretten worden smaakjes verboden). Sowieso verwacht Merten-Lenz over de e-sigaret heel wat betwistingen. ‘Wat in de richtlijn staat, is eigenlijk een patchwork. De eigenlijke beslissing wordt aan de nationale wetgever overgelaten. Probleem is dat er geen duidelijke definitie in de richtlijn staat van wat een e-sigaret is. Nochtans is dat nodig: een duidelijke definitie, en een duidelijk distributiekanaal. Nu lijkt het erop dat het antwoord op de vraag welke regels van toepassing zijn, zal afhangen van hoe men de e-sigaret in de markt zet.’

‘Men organiseert hier eigenlijk al het juridische contentieux, en dat is misschien ook wel de bedoeling: zo kan de Commissie het uiteindelijke oordeel doorschuiven naar het Hof van Justitie.’ In Nederland had de minister van Volksgezondheid de e-sigaret in 2011 omschreven als een geneesmiddel, maar hij werd door het gerechtshof in Den Haag teruggefloten (26 juni 2012). Ook in Frankrijk heeft de e-sigaret al tot een eerste rechtszaak geleid. ‘Daar is de eigenaar van een traditionele bar tabac naar de rechtbank van koophandel in Toulouse gestapt, wegens oneerlijke concurrentie door een verkoper van e-sigaretten. De rechtbank heeft de bar tabac gelijk gegeven.’ Hoewel tegen de uitspraak hoger beroep is aangetekend, dringen maatregelen zich dus op. De Franse overheid denkt er daarom aan om de e-sigaret te verbieden onder de 18, om reclame te verbieden, net als het roken op publieke plaatsen.

Volgens de Stichting Tegen Kanker gebruikt 2 procent van de Belgische rokers e-sigaretten (juni 2013). De minister van Volksgezondheid denkt aan een aantal maatregelen, maar die zitten nog in een embryonaal stadium.

Volgens een juridische analyse van de Hoge Gezondheidsraad is de e-sigaret zonder nicotine vrij verkrijgbaar in België, terwijl de e-sigaret met nicotine enkel verkocht mag worden in apotheken. Het rookverbod op openbare plaatsen geldt ook voor e-sigaretten.

De Hoge Gezondheidsraad pleit ervoor om de e-sigaret met nicotine ook in de toekomst enkel in de apotheek te laten verkopen en de reclame onder de geneesmiddelenwet te laten vallen (enkele leden van de raad kwamen onlangs in opspraak omdat zij voor de geneesmiddelenlobby zouden werken, wat de raad ontkent). De e-sigaret zonder nicotine zou volgens de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad vrij verkocht mogen worden, maar aan nieuwe strenge regels inzake reclame worden moeten onderworpen, en verboden worden voor minderjarigen. Ook het rookverbod op openbare plaatsen moet voor de e-sigaret blijven gelden, vindt de raad. Bij misbruiken pleit de raad voor het instellen van een volledig reclameverbod, de controle en beperking van additieven en smaakstoffen, het opleggen van normen die de kwaliteit en veiligheid garanderen en de beperking van het aantal verkoopspunten.

Merten-Lenz: ‘Zolang de richtlijn nog niet is omgezet, is er de komende jaren juridische onduidelijkheid. We hebben geen idee of de Belgische regering haast heeft met het omzetten van de richtlijn. Er breken dus interessante tijden aan voor wie geld wil verdienen met de e-sigaret.’

Sign up to our email digest

Click to subscribe or manage your email preferences.

SUBSCRIBE